Uit hoofdstuk 12 over Sinterklaas:

Springlevende traditie

Het huidige sinterklaasfeest is een van de meest levende feesten in Nederland. Enkele weken voor 5 december arriveert de bisschop reeds in Nederland: de 'Intocht van Sint-Nicolaas’. Er gebeurt iets unieks: hij wordt door een menigte zingende kinderen ontvangen! Geen koor dat van tevoren geoefend heeft, maar een massa die spontaan uitbarst in sinterklaasliederen. Het evenement is groots op de televisie te volgen. Sinterklaas wordt steevast geïnterviewd, waarbij duidelijk blijkt dat in de loop van de tijd zijn rol veranderde: van angstwekkende kinderschrik, die daadwerkelijk bij de opvoeding werd ingezet, tot kindervriend. Naast de traditionele waardigheid kregen vooral humor en een lichte stunteligheid bij de heilige een duidelijke plaats. (Een voorbeeld van de veranderende, meer familiaire benadering van Sinterklaas is te zien in lied 12 en 13). Evenals prins carnaval wordt hij officieel door de burgemeester ontvangen. Voor 1945 werd Sinterklaas meestal door slechts één Piet vergezeld, maar tegenwoordig buitelen in zijn gevolg tientallen Zwarte Pieten, die snoepgoed uitdelen en daarnaast veel capriolen en gekkigheid uithalen. Tegenwoordig zijn Zwarte Pieten clownesk en een beetje dommig, met als uitzondering een zogenaamde 'hoofdpiet’, die in de praktijk nog de verstandigste figuur lijkt te zijn van het hele gezelschap uit Spanje.

Behalve in Amsterdam komt Sinterklaas ook in bijna alle andere steden en dorpen aan en wel met de meest uiteenlopende vervoermiddelen (afb. 35). De schimmel ontbreekt echter zelden. Ook al wordt de bisschop per boot, koets, brommer of helicopter aangevoerd, vaak staat er een nerveus paard te wachten op de soms niet erg bedreven ruiter, waarna het dier zorgt voor een al dan niet spectaculaire intocht ter plaatse. Meestal gaat het natuurlijk goed en wuift de sint waardig vanaf zijn rijdier naar de toegestroomde menigte, maar in home-video programma’s op de tv zijn regelmatig diverse sinten te zien die met fladderende mantels en wankele mijters op onflatteuze wijze van bokkende paarden worden geslingerd. Na Sinterklaas en de Pieten volgt er meestal een stoet met fanfare, majorettes, ruiterverenigingen en dergelijke. Verdwijnt Sinterklaas uit het zicht dan klinken er speciale afscheidsliedjes, waarvan 'Dag Sinterklaasje’ de meest bekende is.

Zodra de sint officieel in het land is, mogen de kinderen hun schoen zetten voor de schoorsteen, bij voorkeur op zaterdagavond. Ontbreekt deze, dan dient een verwarmingsradiator voor het goede doel. Ook hier is het gebruikelijk dat er wat liederen klinken. Een lied dat al vele jaren bij deze gelegenheid gezongen wordt, is 'Sinterklaas Kapoentje’, dat door zijn eenvoud blijkbaar niet stuk kan. Het probleem hoe de geschenken dan in de nacht ter plekke komen, levert hier en daar de meest fantasierijke verhalen op voor de kinderen die nog in Sinterklaas geloven. Oorspronkelijk bracht  Zwarte Piet ze immers persoonlijk door de schoorsteen. Soms doen kinderen nog hooi en wortel in hun schoen 'voor het paard’, en ze vinden er een geschenkje voor terug. Zo werd het vanaf de zeventiende eeuw gedaan, maar het gebeurt niet veel meer.

Hoogtepunt is de avond van 5 december als het hele gezin of een groep van familie of vrienden bijeen is om 'pakjesavond’ te vieren. Het is vooral de bedoeling om anoniem de draak te steken met de persoon die het pakje in ontvangst neemt of waardering uit te spreken voor zijn eigenschappen. Dit gaat meestal in de vorm van gedichten. Ook mag je het iemand moeilijk maken om het geschenk te bemachtigen: eerst moet de ontvanger raadsels oplossen, lagen plakband verwijderen, sinterklaasliederen zingen, honden- of paardendrollen trotseren en andere kwellende opgaven volbrengen voordat een vaak pietluttig geschenk kan worden onthuld (afb. 36). De gróte geschenken komen immers tegenwoordig pas met de kerst.

Herkomst van Sinterklaas en  Zwarte Piet

Er is in Nederland veel gespeculeerd over de herkomst van Sinterklaas. Een theorie die nog veel aanhang heeft maar door de huidige wetenschappers achterhaald wordt geacht, is dat de zeer populaire heilige Sint-Nicolaas onder invloed van het christendom de plaats innam van Wodan. Volgens overlevering raasde die tijdens herfststormen met het dodenleger door het luchtruim. Men noemde dit de Wilde Jacht, een aanduiding die in verschillende verhalen en liederen voorkomt. Wodan reed op een wit paard met acht benen en had twee zwarte raven op zijn schouder. Om hem en de zielen van de doden gunstig te stemmen, zouden 's avonds voor de schoorsteen offergaven zijn neergezet, waardoorheen Wodan dan weer op zijn beurt geschenken gaf als dank voor de offergaven.

Volgens veel onderzoekers zijn het echter vooral de hierboven beschreven christelijke achtergronden waaruit de huidige sinterklaasviering voortkomt.

Nog meer gissingen zijn er over de figuur van  Zwarte Piet. Sinterklaas was vroeger vaak vergezeld van een met roet of pek (uit de hel!) zwartgemaakte kerel, die met kettingen aan hem vastgeketend was en die met een roede de afschuwwekkende, duivelse figuur speelde naast de waardige goedheilig man. Hij komt nog voor in de Friese plaats Grou, waar hij als 'Hansje Pik’ de dienaar is van de geschenken brengende Sint-Pieter. Net als Sinterklaas komt Sint-Pieter met de boot aan, alleen rijdt hij op een zwart paard, draagt een witte mantel en arriveert op 22 februari.

Daarnaast zien we in West-Europa, en vroeger ook in verschillende delen van Nederland, vaak een versmelting van deze twee tegenpolen in één figuur. Die was zowel zwart als wit geschminkt en bonsde op de deuren. Met kettingen en roedes dreigend, zei hij op zoek te zijn naar stoute kinderen. Maar hij bracht ook geschenken en lekkers, en met zijn wijde mantel deed hij weer eerder aan Sinterklaas denken. Er zijn vele voorbeelden van. Zo schrijft J. ter Gouw in 1871:

'Er gingen te Amsterdam "Zwarte Klazen", onder groot rumoer, en met schoorsteenkettingen een afgrijselijke muziek op de straatkeijen makende; de buurten rond, om op deuren en vensters te bonzen en met een bullebakstem te roepen: "Synder ook quaje kyeren?"

...............................................................................................................................................

(Vervolg van het hoofdstuk leest u in het boek)

Conclusie

De sinterklaastraditie is wel het beste voorbeeld van hoe een jaarfeest zich kan ontwikkelen in de loop van de eeuwen naar gelang de tijdgeest verandert. Zoals de opvattingen waren, zo gebruikte men de figuur van Sinterklaas en het feest eromheen. Globaal gezien ging de ontwikkeling als volgt, waarbij we moeten opmerken dat verschillende aspecten van dit feest uiteraard ook door elkaar konden lopen. Was hij in eerste instantie een geëerd heilige, bezongen in christelijke liederen, in de veertiende eeuw begon men hem na te spelen en dat ontaardde al gauw in een rol als lolbroek. In de zeventiende eeuw verscheen hij in lange, balladeachtige liederen als een familiaire allesweter aan wie geschenken en huwelijkspartners konden worden gevraagd, bijna geëist! Ook dwaalden er door de straten vele sinterklazen, die zich volgens de overheid schandelijk misdroegen.

Door al deze eeuwen heen blijft hij echter ook controle uitoefenen op het gedrag van kinderen: een geschenkenbrenger als ze zoet zijn, een bestraffer als ze zich misdragen. Dit is de enige rol die hij nog overhield in de negentiende eeuw, al leek nog niet iedereen zijn bemoeienissen met het huwelijk vergeten te zijn: er bestond nog een enkel lied waarin de sint om een partner wordt gevraagd.

De negentiende en het begin van de twintigste eeuw is het hoogtepunt van zijn rol als helper bij de opvoeding: hij is een kindervriend, een vaderfiguur, maar hij straft nog met harde hand als dat nodig is, al doet het pijn in zijn hart. Uit deze tijd stammen de nieuw gemaakte sinterklaasliederen die we nu nog kennen en die vaak een moralistisch tintje hebben (lied 9).

Vanaf het midden van de twintigste eeuw verandert Sinterklaas in een goeiige, waardige man, licht verstrooid en steun zoekend bij zijn Pieten. Hij straft nauwelijks meer. Het blijft meestal bij een komisch dreigement dat nooit wordt uitgevoerd. De optredens van de eerste televisiesinten zullen zeker aan deze rol hebben bijgedragen, maar uiteraard ook de anti-autoritaire houding tegenover kinderen in deze tijd. Het is de tijd van de jaarlijkse sinterklaashits, die hun blijvende waarde voor de toekomst nog moeten bewijzen.